De wereld is duur geworden
Onze eerste nacht in Canada is een feit.
Om 20:00 uur lagen we in bed om flink wat slaap in te halen. Voor Zeth iets minder dan voor Adriaan, hij was al om 4:00 uur wakker.
Maar zoals een wijze man ooit tegen hem zei: gewoon dom blijven liggen, slaap je niet, dan rust je toch.
En dat doet hij dan ook.
Om 7:30 gaat de wekker.
Want om 8:45 worden we opgehaald door de shuttle van Fraserway.
Daar aangekomen zien we campers in alle soorten en maten.
En onze parel? Die had Adriaan er natuurlijk meteen tussenuit gepikt. Kiek hem daar shinen: onze Truck-Camper Dinette.
De truck is uitgerust met de nieuwste technologie. En wauw… hij heeft pas 6.000 kilometer op de teller.
Na een uitgebreide uitleg en check mogen we vertrekken.
Zeth rijdt als eerste. Want dat doet hij áltijd.
Ondanks dat Adriaan al had toegestemd, doet Zeth er nog een schepje bovenop met verhalen over hoe hij het “toen in Amerika” allemaal deed als enige chauffeur.
Vier minuten verderop stoppen we bij Save-On-Foods. Van Fraserway krijgen we 10% korting op de boodschappen, super attent!
Maar Zeth heeft z’n huiswerk gedaan en weet: deze supermarkt staat niet in de top 5 van voordeligste opties.
We halen snel wat te eten en drinken voor nu, en gaan dan op pad voor de grote boodschappen.
Adriaan kiest voor Sobey’s. Zijn reden? Gewoon eens iets nieuws proberen. Een nieuwe ervaring.
Zeth kijkt op zijn lijst: “Matige oké…” Sobey’s staat niet in de top 3, maar goed… voor de ervaring dan.
We zijn nog geen drie minuten binnen en tot grote ergernis van Adriaan roept Zeth om de minuut:
“Ooooh wat duur!”
“Walmart is veeeel goedkoper!”
“$7,99 voor een zak uien?! $3,99 voor één avocado?!”
Adriaan is er klaar mee.
Hetzelfde gezeur als in Amerika in 2023.
Zeth moet alles terugleggen en we rijden door naar Walmart wat op twee minuten afstand ligt.
Daar kan Zeth weer ademen.
“Wauw! Kijk Aad: $3,99 voor uien en champignons voor maar $2,99!”
Adriaan lacht vriendelijk.
Maar denkt: !$@$@%$%
Anderhalf uur later!
Boodschappen? Check.
Nu gaat het écht beginnen.
(Serieus, ik kan het niet vaak genoeg zeggen.)
We rijden naar onze eerste bestemming: Banff National Park of Canada.
Alle ‘RV campgrounds’ zijn in Nederland gereserveerd en voor Banff hadden we 3 nachten gepland. Weliswaar op 3 verschillende campgrounds omdat we laat waren met boeken maargoed… we mogen niet klagen want we hebben plek op de park zelf.
De eerste nacht slapen we in Mountain village 1.
Wanneer we bijna in Banff arriveren vraagt Zeth: “Ooooh wil jij ook nog even rijden?”
Hahaha… oeps…
We verkennen het stadje Banff en we proosten, met een cocktail op een van de gezellige terrasjes, op een mooie en gezellige vakantie. Tjing Tjing!


Langs het water, tussen de rotsen
Ons tweede nacht slapen we in Johnston Canyon Campground.
Om vier uur ’s nachts wordt Zeth wakker. Nog steeds die jetlag. Of zijn het de regendruppels die al uren zachtjes op het dak van de camper tikken? Het regent al de hele nacht en het lijkt maar niet op te houden. In zijn slaperige hoofd denkt hij: Ik heb de vakantie van Shirley gejingst… en nu zitten we er zélf middenin, in deze druilerige miezer.
Maar goed, regen of niet… we laten ons niet kennen.
Na het ontbijt besluiten we te gaan touren. Volgens de vriendelijke dame van het visitor centre is er één route die je écht moet rijden als je in Banff bent: de 1A, oftewel de Bow Valley Parkway. Een provinciale weg zoals we die in Nederland ook hebben, maar dan duizend keer mooier. Denk: eindeloze bossen, bergen met ijstoppen, glinsterende meren… Klinkt alsof het te mooi is om waar te zijn.
Halverwege de route begint het langzaam op te klaren. Tijd voor een spontane stop bij Johnston Canyon. Adriaan stuurt ons een volle parkeerplaats op, terwijl Zeth sceptisch om zich heen kijkt.
Hier is toch helemaal niks te doen? moppert hij zachtjes. Nergens op gebaseerd, maar met volle overtuiging.
“Gaan we wandelen?” vraagt hij, met lichte paniek in zijn stem. “Waar naartoe eigenlijk? En eh… wat als we beren tegenkomen?”
In Banff draait het namelijk niet alleen om bergen en meren, maar ook om alles wat er tussen beweegt. Wildlife is hier geen uitzondering, maar onderdeel van het landschap. Elk, herten, marmotten en berggeiten steken hier rustig over alsof ze de weg bezitten, en eerlijk? Dat doen ze ook. Wij zijn hier te gast.
Maar beren… Zwarte beren, grizzly’s… alleen al het idee vindt Zeth spannend. Overal waar je ook bent, wordt je gewaarschuwd voor beren, ja zelfs op de campground! Voor de gemoedsrust draagt hij trouw een busje berenspray bij zich. Of het helpt? Geen idee. Maar het zit in ieder geval in de zijvak van zijn rugzak.
Terug naar Johnston Canyon. We volgen een trail van 1,5 km langs de Johnston Creek, over smalle paden, metalen loopbruggen en rotswanden. De Lower Falls zijn de eerste beloning: een krachtige waterval tussen hoge, smalle rotswanden. Door een korte tunnel kun je zelfs recht voor de waterval staan.






Heel spontaan zegt Zeth: “Zullen we verderlopen naar de Upper Falls?”
Adriaan, onze gymdude, zegt direct ja, maar checkt wel even: “Weet je het zeker? Het is nog 1,3 kilometer verder, hè?”
Zeth knikt dapper.
De klim naar boven blijkt iets pittiger dan gedacht. De stijging is stevig en het pad kronkelt zich omhoog langs de bergwand. Halverwege wordt Zeth ingehaald door opa’s en oma met wandelstokken, zwangere vrouwen en vaders met een kind op hun rug. Het ego krijgt het zwaarder dan de benen.
Misschien toch weer eens overwegen om naar de sportschool te gaan.


Boven aangekomen bij de Upper Falls moet Zeth even op adem komen maar het uitzicht maakt alles goed. De waterval dondert naar beneden tussen steile rotswanden. Beeldschoon.
En vooral: de moeite waard



Waar slapen we dan??????
Het is alweer dag vier in Canada. De tijd vliegt maar we hebben het heerlijk. En dat zonder internet! We pakken elk wifi-momentje om onze reserveringen te checken, het thuisfront gerust te stellen (ja, we leven nog) en om deze blogs te uploaden.
Vandaag is het 17 graden en half bewolkt. Prima weer dus om Lake Louise te bezoeken. Daar aangekomen lijkt het alsof alle parkeerplekken vol is. Totdat een medewerker de bestuurder oproept die onterecht op een RV-plek stond. “This spot is for them,”. En jawel, we mogen er staan. Wat een service… al mag dat ook wel voor $36.
We pakken ons goed in, want hoog in de bergen is het altijd kouder dan je denkt, en beginnen aan de wandeling. Tot onze verbazing zijn we er na nog geen twee minuten al. Dus hop, jassen weer uit. Want het is toch warmer dan we dachten.
Lake Louise is een felblauw gletsjermeer, zo mooi dat het bijna nep lijkt. Op de achtergrond de Victoria Glacier, en rondom ons besneeuwde bergtoppen en bossen. Geen wonder dat dit een van de populairste plekken in Banff is. En eerlijk? Dat is volkomen terecht.

We vervolgen onze weg.
Een weg der wegen.
Een route die je als toerist niet mág missen in Canada.
The Icefields Parkway.
Een naam die al groots klinkt en dat is het ook. Deze 230 kilometer lange weg tussen Lake Louise en Jasper slingert dwars door de Rocky Mountain, langs gletsjers, smaragdgroene meren, watervallen en bergtoppen die zó scherp zijn uitgesneden dat je denkt: dit kan toch niet echt zijn? Maar het is echt!
En het is adembenemend.
Bij het uitzichtpunt Bow Lake klappen we twee stoelen uit en genieten we van een simpele, maar perfecte lunch: een broodje hotdog met de mooiste uitzichten. (Jaa Marieke, deze zijn vegan!)
Er kan weinig op tegen lunchen in de natuur. De bergen, stilte, en het zachte gestuntel van Adriaan die een klodder saus laat vallen op zijn witte trui.


Volgende stop: Peyto Lake. Een uitzicht dat ook zó onwerkelijk is, dat het bijna nep lijkt. Het meer heeft de vorm van een wolvenkop en die knalblauwe kleur komt door het gletsjerwater vol fijngemalen gesteente.




Tegen het einde van de middag rijden we naar Lake Louise Village om nog snel wat laatste boodschappen te doen. Even wifi opvangen, nog wat groenten scoren, en checken of de reservering voor vanavond binnen is.
En jawel… zodra Zeth bereik heeft, opent hij zijn mail. Daar staat het: Lake Louise RV Resort.
Betaald: Check!
Perfect. Tot hij het adres ziet.
Zeth slaat wit uit.
“Aad…?”
Adriaan kijkt hem aan. “Wat is er?”
Zeth houdt zijn scherm omhoog. “Deze camping ligt… in Amerika.”
Adriaan denkt eerst dat het een grap is. Maar als hij Zeth goed aankijkt, weet hij: dit is serieus.
Er flitsen direct twintig rampscenario’s door Zeths hoofd. Langs de kant van de weg slapen… worden overvallen… of erger nog: opgegeten worden door beren.
Het enige wat we kunnen doen is naar Lake Louise Campground, waarvan we dachten geboekt te hebben, rijden en eerlijk uitleggen dat we een fout hebben gemaakt.
Zo gezegd, zo gedaan. En alsof er een engeltje op onze schouder zit, blijkt er nog precies één plek vrij te zijn.
Zeth moet bijna huilen van opluchting. Want we hebben zo ons best gedaan bij de voorbereiding. Waar is het mis gegaan?
Maargoed… Wat een geluk dat we een slaapplek hebben. En wat een goede plek om níet door beren opgegeten te worden.

Plaats een reactie