Een lange zit
De reis van Whistler naar Tofino is een flinke tocht van ongeveer zes uur. Onderweg moeten we ook nog met de camper de ferry op, van Horseshoe Bay naar Nanaimo. Een overtocht van anderhalf uur.
Stipt om acht uur zitten we in de camper en de reis verloopt voorspoedig.
Om kwart voor tien rijden we de haven van Horseshoe Bay binnen. De ferry vertrekt om elf uur, dus we zijn ruim op tijd.
Half uur voor vertrek mogen de auto’s en campers in colonne de boot oprijden. Wij sluiten netjes aan en denken dat het allemaal vlotjes gaat. Tot er een medewerker langs onze camper loopt, een pion pal voor onze wielen neerzet en zegt:
“You guys have to go with the next ferry!”
Wat een domper.
Adriaan baalt enorm, want de volgende ferry vertrekt pas om half twee.





Na de overtocht begint de rit van Nanaimo naar Tofino. Die gaat dwars door de bergen en dat merk je. Het is een wilde weg.
Zeth, die natuurlijk weer ligt te slapen, wordt letterlijk wakker geschud. Zijn lichaam stuitert alle kanten op en zijn hoofd knalt meerdere keren tegen het raam.
Gelukkig heeft hij op Schiphol nog een nekkussen gekocht, want zonder dat ding had deze rit hem zo een nekhernia kunnen opleveren.
“HALLO, HALLO… mag het iets rustiger!” roept Zeth, half uit angst en half geïrriteerd.
De coureur in Adriaan moet lachen en trekt zich er niets van aan.
“De weg is nou eenmaal wild,” antwoordt hij, terwijl hij vrolijk weer met tachtig kilometer per uur een bocht door scheurt.
Aangekomen op de Surf Grove Campground, een camping die nog helemaal nieuw aanvoelt, zijn we gaar van de reis.
Zeth tovert een snelle maaltijd in elkaar en na het eten besluiten we nog een wandeling te maken naar het strand. Want het fijne aan deze plek: de camping aan het strand.
Een paar minuten later staan we op het zand.
Even een strandwandeling.
Letterlijk uitwaaien, met de zilte geur van de Pacific Ocean in onze neus.





Een fantastische vlucht
Het einde van de vakantie komt langzaam in zicht, maar daar willen we nog niet aan denken. Voor vandaag staat Tofino op het programma.
We willen graag de Botanic Gardens bezoeken, maar helaas… gesloten vanwege onderhoud. Jammer, maar niks aan te doen. Dan door naar Tofino.
In Zeths hoofd ziet Tofino eruit als een knus kustdorpje, iets in de sfeer van Key West of Maine. Dichter bij huis vergelijk je het met een klein Scheveningen: een gezellige boulevard met winkeltjes, eettentjes en terrasjes.
Maar eenmaal aangekomen blijkt het totaal anders. Dat beeld moeten we loslaten. Geen boulevard, geen drukte.
We lopen naar het water en staan op een stijger. We kijken uit over de boten die dobberen in de haven en de watervliegtuigen die af en aan opstijgen en landen.
“Zou jij dat durven, Zeth?” vraagt Adriaan.
“Tuurlijk,” antwoordt Zeth. “Heb jij ooit in een watervliegtuig gezeten?”
“Nee, nog nooit!”
En dan slaat bij Zeth het idee toe.
We hebben geld meegekregen van het thuisfront… hoe mooi zou het zijn om dat te besteden aan een vlucht boven de kustlijn van Vancouver Island? Een herinnering om nooit meer te vergeten.
Tien minuten later staan we buiten met tickets in onze hand. We kunnen het bijna niet geloven: vanmiddag gaan we vliegen!
We hebben nog genoeg tijd totdat we gaan vliegen dus we gaan even door.
Onze volgende stop is Long Beach. Een strand dat in werkelijk elke catalogus of reisgids over Vancouver Island staat. Het maakt deel uit van het Pacific Rim National Park Reserve.
Wat deze plek zo bijzonder maakt, is de combinatie van oeroud regenwoud en eindeloze stranden.
Je loopt eerst door een stuk dichtbegroeid bos vol met mos, varens en reusachtige bomen, en ineens… sta je oog in oog met een kilometerslang strand. Zand, golven, wind. En verder… niets. Geen boulevards, geen strandtenten. Alleen natuur.
Long Beach is geliefd bij surfers, wandelaars en mensen die gewoon even willen uitwaaien. Het gevoel dat je hier krijgt is bijna onwerkelijk: de kracht van de Pasivic Ocean aan de ene kant en het stille regenwoud aan de andere.








Maar eerst even lunchen en facetimen met het thuisfront!

We komen terug bij de camper. Terwijl Zeth alvast op zijn plek gaat zitten en Adriaan zich binnen even omkleedt omdat het warm is, ziet Zeth ineens een papiertje achter de ruitenwisser.
Hij durft niet te kijken. Want ja… híj heeft daar geparkeerd, op instructie van Adriaan, tegen zijn zin in. En we hebben nog tien minuten lopen zoeken naar een parkeerautomaat, om er uiteindelijk achter te komen dat het hier gratis was.
Adriaan stapt de camper in en Zeth wijst zwijgend naar de ruitenwisser.
Aad stapt uit, pakt het papier en roept: “NOU JAAAAAAH!”
We stonden namelijk verkeerd geparkeerd: met de neus tegen het verkeer in.
En Zeth had nog voorgesteld om juist de andere kant op te parkeren, met de rijrichting mee, maar Adriaan vond zijn manier makkelijker.
Zeth baalt. Weggegooid geld, denkt hij.
Tot Adriaan verder leest. Er staat 0 dollar op. Opluchting! Het is alleen een waarschuwing.
Later die dag vertelt een parkeerwachter dat ze bewust eerst waarschuwingen geven, omdat veel Europeanen deze regel niet kennen.

De vlucht was in één woord: FANTASTISCH!

Maar voor we daar iets over vertellen, gebeurde er vlak voor vertrek iets wat Adriaans ergste nachtmerrie werd.
We hadden één crossbodytas mee. Omdat dit tasje niet paste bij de outfit van Zeth, droeg Adriaan hem voor de gelegenheid.
Op het moment dat we op de steiger staan te wachten, realiseert Zeth zich ineens:
“Aaah, ik ben vergeten oordopjes mee te nemen voor de luchtdruk!”
Aad zegt: “Snoepjes helpen toch ook?”
“Ja, klopt… en ik heb nog één keelsnoepje in dat tasje,” antwoordt Zeth.
Adriaan wil het snoepje pakken, opent de tas… en dan gebeurt het.
De autosleutel en de sleutel van de camper vallen eruit! Precies tussen de houten planken van de steiger!
Nooooooo!
Ze blijven nét steken. Het sleutelbos is blijkbaar net dik genoeg om niet direct in het water te verdwijnen. Maar één verkeerde beweging en ze glijden zo de Pacific Ocean in.
Met klotsende oksels en het zweet op zijn voorhoofd hurkt Adriaan neer.
Heel langzaam schuift hij zijn hand tussen de planken, zonder te ademen bijna.
En dan… GELUKT!
Hij heeft ze!
Wat een opluchting. Wat een geluk.
Een ervaring wat niet goed is voor onze hartslag.
En dan nu de vlucht:

Plaats een reactie